Kris Demeyere

Aankoop eigendom Heistlaan

Diverse krantenartikels stellen de aankoop van een eigendom aan de Heistlaan aan de kaak (De Tijd 21 augustus 2023; Het Laatste Nieuws 22 augustus 2023).

In essentie komen de diverse onjuiste verdachtmakingen op volgende punten neer:

  • Aankoop als privé-persoon van een eigendom in de Heistlaan, terwijl ik voorheen namens de gemeente onderhandeld zou hebben over de aankoop van dat eigendom door de gemeente.
  • Wijziging van de opdeling van de door de gemeente aan te kopen gronden op basis van een tweede schattingsverslag, waarbij de gronden die de gemeente heeft aangekocht 500m² (3,24 hectare i.p.v. 3,29 hectare) minder bedragen, terwijl de aankoopprijs van de gronden hetzelfde bleef.
  • Delegatie van bevoegdheden aan het schepencollege in november 2022 voor ‘aankoop woning en/of gronden Heistlaan […]’, terwijl het bebouwd onroerend goed reeds door mij als privé-persoon was gekocht.
 

Deze verdachtmakingen kunnen kordaat weerlegd worden.

In de huidige legislatuur is klimaatverandering voor het college een belangrijk onderwerp, waarbij waterbufferbekkens voor landbouwgrond een concreet aandachtspunt zijn. Om deze nood te lenigen, voerden de diensten contractbeheer en stadsontwikkeling van de gemeente Knokke-Heist onderhandelingen over een mogelijke aankoop van gronden aan de Heistlaan. De eigenares had reeds eerder op eigen initiatief t.a.v. de gemeente aangegeven het eigendom te willen verkopen. Het college besliste op 30 juli 2021 om de onderhandelingen te starten.

Oorspronkelijk waren deze gronden ingedeeld in enerzijds een bebouwd onroerend goed met terrein (3.217 m2) en anderzijds omliggende gronden (3,29 hectare). De verkoopster wou aanvankelijk het geheel verkopen.

In het kader van deze onderhandelingen werd bovendien een schatter aangesteld, die in zijn verslag van 31 januari 2022 het bebouwd onroerend goed met terrein waardeerde op 400.000 euro en de omliggende gronden op 309.500 euro.

De gemeente Knokke-Heist was niet geïnteresseerd in de aankoop van het bebouwd onroerend goed, aangezien dit geen nut had voor het aanleggen van een waterbufferbekken. Het was de oorspronkelijke bedoeling van de gemeente om de gronden in te zetten als waterbufferbekken voor landbouwgrond. De bebouwing vervulde hierin geen enkele functie.

De gronden liggen grotendeels in effectief overstromingsgevoelig gebied (blauwe kleur):

Op 28 februari 2022 werd door de eigenares haar akkoord gegeven voor de verkoop van het kavel ‘omliggende gronden’ (32.967m²) voor een bedrag van 309.500 euro.

Op 4 maart 2022 werd aan het college voorgelegd om te beslissen om het ‘bebouwd onroerend goed’ aldus niet te kopen en de ‘omliggende gronden’ (32.967m²) te kopen met het oog op de aanleg van een waterbufferbekken voor een prijs van 309.500 euro. Het college beslist dus formeel op 4 maart 2022 op een zitting, voorgezeten door schepen Jan Morbee (GBL),  waar de burgemeester en ik officieel verontschuldigd waren, om enkel de ‘omliggende gronden’ aan te kopen en niet het ‘bebouwd onroerend goed’. Een notariskantoor werd aangesteld om de aankoopakte (en overeenkomst inzake de beëindiging van pacht) op te stellen en de nodige formaliteiten uit te voeren.

Tijdens verdere gesprekken met de eigenares werden de gronden terug ingedeeld – conform de originele indeling, zoals het oorspronkelijk bebouwd onroerend goed (3760m²) sinds mensenheugenis was –, op vraag van de gemeente in overleg met de eigenares. Daardoor kwam meer landbouwgrond langs de straatzijde in de kavel ‘omliggende gronden’ terecht. In deze oorspronkelijke indeling werd de totale oppervlakte van de omliggende gronden herleid van 3,29 hectare naar 3,24 hectare (500m² minder), waardoor de oppervlakte van het bebouwd onroerend goed en terrein toeneemt tot 3.760 m2. Deze oorspronkelijke indeling was weliswaar voordelig voor de gemeente: in een eerste schatting was voor het lot ‘omliggende gronden’ slechts een beperkte doorgang van vier meter tot de straat voorzien. Dat werd verholpen door de nieuwe intekening van de ‘omliggende gronden’ met in dit lot een landbouwgrond langs de straatzijde. Bijgevolg kreeg dit een hogere waarde. Dat de waarde van de kavel ‘omliggende gronden’ hierdoor toeneemt is logisch: voorheen waren die beperkt toegankelijk voor het uitvoeren van werken vanwege de beperkte doorgang van vier meter tot de straat. Dankzij de nieuwe indeling verkreeg de gemeente een grond die gemakkelijk bereikbaar is. 

Gelet op de hogere waarde van de grond om voormelde redenen, bleef de aankoopprijs hetzelfde, met name 309.000 euro, ook al werd de totale oppervlakte van de grond 500m² kleiner (nu 3,24 hectare i.p.v. 3,29 hectare), zoals bevestigd in het schattingsverslag van 12 april 2022.

Uiteindelijk werd op 13 mei 2022 door het college beslist om de akte aankoop m.b.t. kavel ‘omliggende gronden’, met een oppervlakte van 3,24 hectare, aan te kopen voor een prijs van 309.000 euro, conform het schattingsverslag van 12 april 2022, voor te leggen voor goedkeuring aan de gemeenteraad.

Op 25 mei 2022 werd de aankoopakte door de gemeenteraad goedgekeurd.

Ik heb m.a.w. op geen enkele manier de aankoop van deze ‘omliggende gronden’ beïnvloed. Het hanteren van de oorspronkelijke indeling, op vraag van en in het voordeel voor de gemeente, in overleg met de eigenaars, werd hierboven uitvoerig toegelicht.

Tijdens een extra collegezitting van 11 augustus 2023 – waarop ik niet aanwezig was – werd de hele historiek van dit verhaal, het verloop van de onderhandelingen en de uiteindelijke aankoop van de kavel ‘omliggende gronden’ omstandig gepresenteerd aan het college en bevestigde de gemeentelijke administratie “dat het ganse traject correct is verlopen”. Hierover valt in de krantenartikels niets te lezen.

De eigenares stelde, onmiddellijk nadat de gemeente duidelijk had gemaakt het bebouwd onroerend goed niet te willen kopen, het bebouwd onroerend goed met terrein te koop en plaatste een plakkaat met die aankondiging. De oppervlakte was nu 3.760 m2 (de oorspronkelijke indeling, sinds mensenheugenis), zoals hierboven aangegeven. Ik begreep dat er in de daaropvolgende maanden meerdere geïnteresseerden zich hebben gemeld bij de eigenares.

Een paar maanden later sprak ik, als private persoon, de verkoopster aan over een mogelijke aankoop van het bebouwd onroerend goed en terrein. Ik maakte haar meteen duidelijk dat ik haar aansprak als private persoon, en niet in mijn functie van schepen. Hoewel het schattingsverslag van 12 april 2022 dat in opdracht van de gemeente was opgemaakt gewag maakte van een schattingswaarde van 400.000 euro voor het onroerend goed, wenste de eigenares te verkopen voor een veel hoger bedrag. Na onderhandelingen kwamen wij tot een akkoord voor een bedrag dat ruim boven de schattingsprijs lag en eveneens ruim de waarde overstijgt van de ‘bijkomende oppervlakte’ van 500m2 (zie hierboven).

Tenslotte benadruk ik dat mij niets verweten kan worden inzake de ‘delegatie’ door de gemeenteraad van 24 november 2022 aan het schepencollege, zogezegd voor de aankoop van een woning en/of gronden gelegen te Heistlaan […]. Deze delegatie is foutief weergegeven door De Tijd; dat wordt formeel bevestigd door de financieel directeur bij e-mail van 22 augustus 2023. Dit gemeenteraadsbesluit betreft een lange lijst van delegaties voor overheidsopdrachten aan het college. Om meerdere redenen is dit thema totaal niet relevant. Ik heb niets te maken met deze delegatie. Het betreft immers een delegatie m.b.t. overheidsopdrachten. De verwerving heeft geen uitstaans met overheidsopdrachten en is bovendien een exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad. De aankoop van de ‘omliggende gronden’ was op dat moment reeds goedgekeurd op 25 mei 2022. Voor de aankoop dient geen aanbesteding te worden georganiseerd. De volledige besluitvorming inzake de aankoop was dus afgerond. Ook kan deze ‘delegatie’ geen betrekking hebben op het bebouwd onroerend goed met terrein, aangezien de gemeente daarin geen interesse had en reeds had beslist om dat niet te kopen. De notariële akte m.b.t. mijn aankoop van het ‘bebouwd onroerend goed’ was op het moment van de ‘delegatie’ reeds enkele maanden eerder verleden.

Er kan mij dus niets verweten worden inzake de delegatie – die dus compleet irrelevant is en foutief wordt geïnterpreteerd in krantenartikels – noch kan deze delegatie gebruikt worden als verdachtmaking ten aanzien van mijn persoon. Ik kocht voordien reeds als private persoon een bebouwd onroerend goed dat niet door de gemeente was aangekocht en dat publiek te koop werd gesteld.

Het valt mij eveneens op dat in de berichtgeving naar e-mails wordt verwezen die enkel in de dossiers van het college en gemeenteraadsleden was gevoegd. Er is mij geen openbaarheidsvraag gekend van een derde m.b.t. de betrokken e-mails (niettegenstaande deze openbaar zijn, gelet op de openbaarheid van bestuur). Daarnaast word ik nergens in het openbaar gedeelte van het kadaster vermeld als eigenaar van het onroerend goed, terwijl in de berichtgeving wordt verwezen naar een kadasteruittreksel…

De krantenartikels bevatten veel foutieve informatie. Eenvoudige controle door de journalisten van hun bronnen had veel onheil kunnen voorkomen. De stukken zijn bovendien lasterlijke opgesteld en brachten mij  en mijn reputatie ernstige schade toe. Wie leverde die foutieve informatie aan de redacties? Waarom? Dit alles doet ernstige vragen rijzen m.b.t. de naleving van elementaire deontologische regels door de betrokken redacties.